De rode draad in mijn werk is beweging.
Motorisch, mechanisch, mentaal of perspectivisch.
Vaak in combinatie, soms figuratief in een abstracte installatie.
Beweging, of het gebrek eraan.
In figuratieve beelden onderzoek ik de betekenis en de verhalende inhoud van houding of gebaar.
In de abstracte objecten is de beweging zelf het onderwerp.
Verschuivende ritmes en posities van willekeurige segmenten vormen een nieuw beeld in de ruimte.
Werkelijke beweging, in gang gezet door externe factoren als regen, verdamping of wind, beïnvloedt balans of disbalans.
In veel van mijn werk verstoor ik de automatische aanname, de oppervlakkige blik.
Wat zie je, als je binnen een eigen kader blijft?
Een actieve beschouwer stelt zich wellicht de vraag wanneer er sprake is van beweging.
The thread that runs through my work is movement.
Physical, mechanical, mental as well as perspectival.
Often in combination, sometimes figurative in an abstract installation.
Movement, or the lack of it.
In my figurative works, I do examine the meaning and the narrative contents of attitude and gesture.
In the abstract objects, movement itself is the theme.
Shifting rhytms and positions of arbitrary segments, create a new image in space.
Real movement, driven by rain, evaporation or wind, influences balance or disbalance.
Often, I try to disturb prepossessed admittance, the cursory glance.
What do you really see, when you don’t look beyond your own framework?
An active spectator might wonder whenever movement can be mentioned.